NEE, NEE, NEE ….. of toch maar weer aanpassen?
Ik wordt gebeld door een vriend. Hij weet dat ik het druk heb maar hij weet ook dat ik handig ben en goed kan klussen. Hij is druk bezig met het bouwen van een tuinhuis annex buitenzitje met kachel en keuken. Of ik aanstaande zaterdag zin en tijd heb om hem te helpen met het afbouwen van zijn tuinhuis, er moet nog veel aan gedaan worden en het voorjaar is in aantocht dus wil hij het ook graag af bouwen en ervan gaan genieten.
Zelf heb ik ook genoeg te doen, de hele week druk bezig met het uitbouwen van mijn coachpraktijk en dat kost me al meer dan 40 uur per week. Verder heb ik thuis ook nog klussen genoeg liggen die af moeten en waar ik nauwelijks tijd voor kan vinden. Dat moet allemaal in het weekend of in een sporadische vrije dag, die ik nu niet heb.
Welk antwoord ga ik hem nu geven op zijn hulpvraag? Zeg ik JA tegen hem dan betekend dat dat mijn eigen werk blijft liggen en dat wil ik eigenlijk ook wel graag een keer af hebben. Zeg ik NEE tegen hem dan ben ik bang dat ik hem voor het hoofd stoot, dat ik hem in de steek laat of erger nog dat ik onze vriendschap op het spel zet. Daar staat tegenover dat ik wel lekker met mijn eigen klussen aan de slag kan, daar zelf een goed gevoel over krijg en ook mijn vrouw tevreden houdt.
Wat ga ik doen? Help. Ik weet het even niet. Kies ik voor het tevreden houden van de ander of kies ik ervoor om mijzelf tevreden te stellen? Ik schiet in de stress en pas mijn camouflagekleuren aan net als de inktvis en maak mezelf onzichtbaar. Ik verstop me het liefst. Verstoppen voor het maken van een keuze want dat levert stress op. Is het nu het maken van de keuze die de stress oplevert of is het nu juist de wetenschap dat als ik voor de ander kies dat ik tegelijkertijd niet voor mezelf kies dat de stress oplevert?
Uiteindelijk maak ik een andere keuze. Ik kies ervoor om er eerst te zijn voor de ander en daarna voor mezelf. Ik ga eerst mijn vriend helpen en maak hem blij met de hulp en ons beiden met elkaars gezelschap en een gezellige dag samen werken. Dan vraag ik hem of hij mij komt helpen zodat we de klussen die zijn blijven liggen twee keer zo snel met z’n tweeën kunnen aanpakken. Allebei blij.
